Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En die uit de kinderen van Levi het priesterdom ontvangen, [12]hebben wel bevel [13]om tienden te nemen van het volk, naar de wet, dat is, [14]van hun broederen, hoewel die uit de lenden van Abraham voortgekomen zijn. 12. Namelijk van God. Zie de wet daarvan Num.18:24, enz. 13. Grieks om het volk te vertienen. 14. Dat is, de andere Israelieten, die mede van Abraham afkomstig waren.